Vakantiedagen niet zomaar in all-in loon

In een rechtszaak over niet uitbetaalde vakantiedagen bij een fysiotherapiepraktijk, oordeelde het hof in hoger beroep dat de werkgever, ondanks zijn claim van een 'all-in loon', deze dagen alsnog moet uitbetalen

In deze rechtszaak

• Drie werknemers bij een fysiotherapiepraktijk vorderen nabetaling van vakantiedagen over een aantal dienstjaren. 
• De werkgever zegt dat het loon voor die vakantiedagen in het all-in loon zat.
• In hoger beroep oordeelt het hof anders: de werkgever moet de dagen alsnog uitbetalen.

Belang voor de praktijk

Bij een all-in loon wordt het loon voor vakantiedagen in een bedrag met het brutoloon en de vakantietoeslag maandelijks uitbetaald. Dat mag, op voorwaarde dat de regeling niet belemmert dat de werknemer ook echt vakantie opneemt. De fysiotherapeuten in deze rechtszaak kregen een salaris op basis van omzet. Als ze op vakantie gingen, draaiden ze geen omzet en verdienden ze dus niets. Zo werd het opnemen van vakantiedagen eigenlijk ontmoedigd. Achteraf bezien bevatte het all-in loon geen vergoeding voor de vakantiedagen. Daarom moest de werkgever diep in de buidel tasten en alsnog ruim € 60.000 betalen.

Wat eraan voorafging

Een drietal fysiotherapeuten spande een rechtszaak aan tegen hun werkgever, een fysiotherapiepraktijk. Ze vorderden onder meer nabetaling van hun vakantiedagen over de voorgaande jaren. Volgens de werkgever ontvingen de therapeuten een all-in loon. Kort gezegd werd hun (variabele) loon berekend op basis van de behandelingen die ze verrichtten. Volgens het contract leidde dat na vermenigvuldiging met een factor tot ‘totale loonkosten voor de werkgever’. Ook was er een recht op 23 vakantiedagen bij een voltijds dienstverband. De therapeuten menen dat zij nog recht hebben op onder andere loon over de vakantiedagen. 

Bij de rechter

In hoger beroep oordeelt het hof dat uit de systematiek van de salarisberekening blijkt dat het hier om een all-in loon gaat. Daarover is de term ‘totale loonkosten voor de werkgever’ duidelijk. Vakantietoeslag hoeft niet jaarlijks in één keer te worden uitbetaald. Dat mag ook op een ander tijdstip als dat maar schriftelijk is vastgelegd. In dit geval zit het in het loon.

Voor wat betreft de vakantiedagen oordeelt het hof in het nadeel van de werkgever. Die moet alsnog een bedrag van ruim € 60.000 betalen aan de therapeuten. De reden hiervoor zit hem in de recuperatiefunctie van vakantiedagen. De werkgever moet ervoor zorgen dat de werknemers daadwerkelijk op vakantie gaan (Artikel. 7:639 WET- EN REGELGEVING Artikel 639 en 7:640 WET- EN REGELGEVING Artikel 640 BW en Europese Richtlijn 2003/88/EG). Daarom is het in beginsel niet mogelijk om vakantiedagen op te nemen in een all-in loon. Het mag wel als de verrekening van de vakantiedagen met het loon begrijpelijk en transparant is voor de werknemer, en als dit niet belemmert dat de werknemer feitelijk vakantie opneemt. Het moet duidelijk zijn welk deel van de loonbetaling betrekking heeft op het reguliere salaris en welk deel op (vooruit)betaling van vakantiedagen. Lees hier meer.

De Europese richtlijn verzet zich er niet tegen, dat áls in strijd met het uitgangspunt toch bovenop het reguliere loon betalingen worden gedaan als uitbetaling van vakantiedagen, deze betalingen worden verrekend met het loon voor een bepaalde vakantieperiode. Dat kan alleen als dat op een transparante en begrijpelijke manier gebeurt. In deze zaak was van transparantie voor de fysiotherapeuten geen sprake:

• De vakantiedagen stonden alleen als aantal genoemd in de arbeidsovereenkomst.
• Er was niet vermeld hoe de dagen zich verhielden tot het salaris.
• Op geen enkele manier was duidelijk welk deel van het loon bestemd was voor de reservering voor uitbetaling van vakantiedagen.

Door deze onduidelijkheid, gecombineerd met het feit dat ze met deze salarissystematiek meer salaris verdienden als ze werkten, werden de fysiotherapeuten eigenlijk gestimuleerd om geen vakantie op te nemen. Ze maakten juist extra uren voorafgaand aan de vakantie om extra te verdienen. De werkgever had ook geen verlofregistratie bijgehouden. Het hof concludeert dat de afspraak dat vakantiedagen in het all-in loon zitten begrepen nietig is. Het verweer van de werkgever dat het toewijzen van de vordering onaanvaardbaar is naar de eisen van redelijkheid en billijkheid, en dat dit het einde van de onderneming betekent, baat die niet. Het zijn eenvoudigweg vorderingen uit de arbeidsovereenkomst. De werkgever heeft niet onderbouwd dat dit tot het einde van de onderneming leidt en waarom het onaanvaardbaar is.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ECLI: NL: GHARL: 2023:9879JURISPRUDENTIE, ECLI: NL: GHARL: 2023:9879, 21 november 2023

Heb jij vragen over vakantiedagen, loonadministratie of andere zaken? Neem gerust contact met ons op.

Bron: XpertHR